De terugkeer van de zeearend
Na lange tijd is de zeearend weer terug in onze delta. De eerste jongen zijn grootgebracht en uitgevlogen. Dat er weer jongen worden geboren betekent dat de zeearend zich hier weer thuis voelt.
En dat is ook wel logisch, want in de delta is voldoende ruimte en voedsel. Dankzij al het water is er veel vis, en er zijn talloze watervogels zoals eenden en ganzen. In de polders en uiterwaarden leven bovendien allerlei zoogdieren, zoals hazen, konijnen en ratten. Voor de zeearend is dat ideaal.
In de hoge bomen langs het water kan hij zijn nesten bouwen om de jongen groot te brengen. Of hij kan er rusten, terwijl hij naar zijn prooi loert. In de delta vindt hij dus alles wat hij nodig heeft.
De zeearend is de grootste roofvogel van de delta. Hij staat helemaal bovenaan in de voedselketen. En omdat hij vanuit de lucht jaagt, is hij oppermachtig. Dankzij zijn aarendsogen kijkt hij mijlenver en ziet hij zijn prooi al op grote afstand. Met zijn enorme gebogen klauwen grijpt hij die zomaar uit het water of uit de lucht.
De krachtige haaksnavel is zijn multi-tool. Die gebruikt hij om zijn prooi in stukken te scheuren, zijn nest te bouwen en de jongen te voeren. Ook poetst hij er zijn veren mee.
De zeearend is zo groot en krachtig dat hij niet bang hoeft te zijn dat andere dieren hem durven aan te vallen. Alleen de mens was niet altijd zijn beste vriend. Maar dat is inmiddels veranderd. Er zijn weer verschillende uitgestrekte gebieden met veel water waar de zeearend rustig zijn gang kan gaan.