Les 4: Drukte in de sloot

Stekelbaasjes eten ongewervelde waterdieren, zoals muggenlarven, watervlooien, wormpjes. Zelfs de eieren van vissen zijn niet veilig. Ook die van hun soortgenoten niet.

Stekelbaasjes jagen op alles wat in hun bek past. Het zijn echte roofvisjes. Het stekelbaasje zelf wordt ook gegeten. 

Hij is deel van verschillende voedselketens. Hij staat op het menu van de vuut, de reiger en de lepelaar. En ook vissen zoals de snoek en de zalm grijpen een stekelbaasje als ze de kans krijgen.

Maar een stekelbaasje laat zich niet zomaar grijpen. Hij is een sneller zwemmer en ze hebben een gemeen wapen ter verdediging, de stekels. Wanneer een snoek ooit kennis heeft gemaakt met die stekels, heeft hij zijn lesje wel geleerd.

Een stekelbaasje eet ook larven van libellen en waterkevers. Maar zodra die groot zijn, dan zijn de rollen omgedraaid. In de sloot is sprake van een voedselweb. 

Dat is een verzameling van voedselketens. Onder water leven ook parasieten, bijvoorbeeld de karperluis. Dat is een klein, kreeftachtig diertje. 

Hij zuigt zich vast aan zijn gastheer en drinkt bloed. Maar hoe kom je er weer vanaf? Dat lukt alleen als die luis loslaat om op zoek te gaan naar een nieuwe gastheer. En dan moet hij zwemmen voor zijn leven.

Want qua formaat past hij perfect in de bek van een stekelbaasje.